27 mei 2019

Stichting Arnhemse Bedrijventerreinen (STAB): Vergroening bedrijventerreinen voorbeeld voor rest van de provincie

Het had nogal wat voeten in de aarde. Maar de vergroening van de zes open bedrijventerreinen in Arnhem is een feit. Eind april plantte wethouder Economische Zaken Jan van Dellen de laatste planten in het groenperk aan De Overmaat. “Vergroening is niet alleen ter verfraaiing, maar hard nodig”, zegt voorzitter StAB Niels Bruil. “De hittestresskaart is alarmerend”, vult kartrekker en voorzitter bedrijventerrein Het Broek Angelique van Wissen aan. “Wij hebben de eerste aanzet gegeven, nu is de beurt aan de ondernemers”.

De zes open bedrijventerreinen liggen aan de toegangspoorten van Arnhem. Het zijn hotspots van innovatie, vernieuwing en bedrijvigheid en genereren werkgelegenheid. Ze zijn daarom van groot belang voor de lokale economie en arbeidsmarkt. “Er zijn enorme stappen gezet om schone, veilige en aantrekkelijke bedrijventerreinen te realiseren”, vertelt Niels. “De hittestresskaart is alarmerend rood. De bedrijventerreinen zijn grijze betonvlaktes. De temperaturen lopen op. Bovendien ontstaat er wateroverlast bij zware regenbuien. Met vergroening ga je hittestress tegen. Ook kan het teveel aan water wegzakken in de grond. Bovenal maakt het de bedrijventerreinen leefbaar en attractief.”

Eigen verantwoording

Angelique: “Vergoenen is doen. Dat kun je als ondernemers dus zelf. Door het aanplanten van bomen, struiken en planten bij je bedrijf. Kleine groenperken helpen al. Dat kost geld. Vaak hebben andere zaken prioriteit, dat begrijp ik goed. StAB is in gesprek gegaan met de gemeente Arnhem om subsidie los te krijgen. Niet alleen voor de vergroening van de private grondgebieden maar ook voor het openbaar gebied, te beginnen bij de 16 entrees van de bedrijventerreinen.” “Ondernemers zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor de uitstraling”, vult Jan aan. “Dat begint met een keurig onderhouden pand en opgeruimde buitenplaats. Daarnaast speelt StAB een grote rol om projecten op dit vlak te realiseren. Ook de gemeente heeft hierin een taak, zonder een wijzende vinger te gebruiken. Wij nemen tegenwoordig een ondernemersgerichtere rol.”

Parels van de stad

“Bedrijventerreinen zijn de parels van de stad en de motor van de lokale economie”, praat Jan verder. “Vergroening is, zoals gezegd, essentieel. Samen met StAB en de provincie hebben we dan ook geld vrijgemaakt voor de vergroening van de 16 entrees. Daarnaast is er subsidie beschikbaar voor de individuele ondernemer die zijn buitenplaats vergroent.” Accountmanager Frank Gruizinga provincie Gelderland: “30-40% van het bruto Gelderlands product wordt gerealiseerd op bedrijventerreinen. Ze zijn dus van grote betekenis voor de economie. Toekomstbestendige bedrijventerreinen hebben een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Ze zijn duurzaam, energieneutraal en goed bereikbaar. Met de vergroening van de bedrijventerreinen is Arnhem en dus STAB een voorbeeld voor de rest van de provincie.”

Doordacht plan

Angelique: “Normaal gesproken kost een dergelijk project jaren. Niet alleen om subsidie te verkrijgen, maar ook voor de daadwerkelijke realisatie. Je kunt namelijk niet zomaar elke plant in een groenstrook op een bedrijventerrein planten. Je hebt te maken met zwaar vrachtverkeer, in de winter met strooizout en onderhoud is een issue. Daarnaast is biodiversiteit belangrijk voor de kwaliteit van de grond en het milieu. Tot slot wil je een kleurrijk geheel. Dus een goed beplantingsplan maken kost denk- en puzzelwerk.

We hebben samenwerking gezocht met Gebra Infra. Zij heeft aan de ontwerp-tafel gezeten voor het beplantingsplan, heeft gezorgd voor de uitvoering en doet het onderhoud.” Eind april heeft wethouder Jan van Dellen de laatste planten in het groenperk van De Overmaat gezet. Een feestelijke happening waarbij ondernemers en overheid aanwezig waren. Jan: “Ik vind het gaaf om te zien dat we het samen voor elkaar gebokst hebben in zo’n korte tijd. Het is wat mij betreft een eerste stap naar meer. StAB is hierbij als initiatiefnemer ontzettend belangrijk. Samen staan we sterk. Wat kunnen we nog meer?”