Artikelen
31 juli 2014
Arnhem Business ontbijt over veranderingen in de arbeidsmarkt en stand van de crisis
‘We gaan bijzondere tijden tegemoet’. Is de crisis nu eindelijk voorbij of maakt één zwaluw nog geen zomer ? En hoe staat het eigenlijk met de arbeidsmarkt? Zijn de veranderingen blijvend of gaan we straks weer terug naar het oude systeem? Vragen die tijdens het fantastische ontbijt in Hotel Haarhuis een uiterst levendige discussie opleverden tussen Bob Jacobs, Edwin Jansen, Gert van der Vliet en Tessa Maters. Elk ontbijt begint met een rondje voorstellen. Bob Jacobs (39 jaar) is eigenaar van het familiebedrijf Jacobs Beheersbaar Onderhoud.
“Mijn vader startte met een traditioneel schildersbedrijf, maar dat is de afgelopen jaren drastisch veranderd, we voeren totaalonderhoud uit aan binnen- en buitenkant van objecten, van huizen tot bedrijfspanden, vaak voor semi-overheden en steeds vaker in een abonnementsvorm. Wij garanderen het onderhoud over een lange periode tegen een afgesproken prijs per jaar.”
En verder
Edwin Jansen (34 jaar) is eigenaar van Impact Personeel. “Wij doen eigenlijk alles op het gebied van personeel; payrolling, werving en selectie, detachering, wij proberen onze klanten volledig te ontzorgen. We waren vooral actief voor landelijke klanten in de gezondheidszorg, toen het daar wat minder werd zijn we in 2013 ons ook op andere branches gaan richten en dat betaalt zich nu uit. Wij zien in de markt een duidelijk omslag naar flexibele personeelsoplossingen, dat biedt kansen.” Gert van der Vliet (45 jaar) is partner bij ONS accountants met vestigingen in Elst en Huissen. “We tellen in totaal zo’n zestig medewerkers, die worden aangestuurd door zeven partners. We hebben met gelijksoortige accountantskantoren in een coöperatie controlekennis gebundeld, zodat we ook MKB met controleplicht kunnen bedienen. Dat kun je als kantoor alleen nooit waarmaken. Onze klanten zijn met name MKB-ers.” Tessa Maters (35 jaar) is eigenaar en advocaat van Absolute Advocaten in Huissen. De terreinen waarop haar advocaten actief zijn, zijn ondernemingsrecht en arbeidsrecht. Voornamelijk voor MKB en MKB+. We staan met onze voeten in de klei, houden van praktisch advies, denken mee en voorkomen zoveel mogelijk de gang naar de rechtbank. We werken met vaste prijzen en dat is in deze oerconservatieve branche vernieuwend. Bovendien werkt mijn man als bedrijfseconoom in ons bedrijf – advocaten kunnen namelijk niet rekenen – om het noodzakelijke cijfermateriaal bijvoorbeeld bij reorganisaties te regelen. En we zijn tijdens de Betuwe Onderneemt Beter beurs uitgeroepen tot de Jonge Ondernemer van het Jaar. Dat vond ik een hele eer.”
Crisis voorbij?
Op de vraag of volgens de gespreksdeelnemers de crisis inmiddels voorbij is wordt heftig ‘nee’ geantwoord. Allen Edwin is wat positiever: “Als ik de cijfers moet geloven begint de markt te bewegen, transport gaat beter, de maakindustrie trekt aan, maar in feite zie je per sector grote verschillen.” Bob Jacobs: “De bouw en alle bouwgerelateerde bedrijven komen traditioneel traag op gang. Als ik mijn vader moet geloven is de huidige situatie vergelijkbaar met de crisis van de jaren ’30. Ook toen gebeurde er helemaal niks, kwam alles tot stilstand. Ik heb het gevoel dat we het diepste punt inmiddels hebben bereikt, maar ik verwacht geen substantiële groei voor 2016, tot dan moeten we overleven.” Gert van der Vliet vraagt zich af of we nog wel ooit gaan beleven dat de crisis voorbij gaat. “We gaan namelijk nooit meer terug naar de oude situatie, er zijn dingen voorgoed veranderd. Ik zie in de markt dat een aantal bedrijven de stijgende lijn weer heeft gevonden. Wie de afgelopen jaren niet heeft vernieuwd, maar al op reserves heeft geleefd zal alsnog verdwijnen.” Ook in de branche van Tessa Maters is veel veranderd. “De advocatentarieven bleven maar groeien en de markt accepteerde dat. Tegenwoordig onderhandelen klanten over prijs en wie daarin niet meegaat krijgt het zwaar. Je ziet in het westen van het land kantoren omvallen. We moeten een stap terug doen, een stukje overbodige luxe inleveren, en dat geldt voor de gehele branche. Niet alleen de facturatiestructuren zijn veranderd, je ziet bijvoorbeeld ook dat bijvoorbeeld steeds meer accountantskantoren overgaan tot het aanstellen van een arbeidsjurist. Daar geloof ik niet in, want het is zo’n gespecialiseerd werkveld, dat kun je in je eentje niet bijhouden.” Gert van der Vliet is het daar helemaal mee eens. “ Als accountantskantoor kun je veel beter samenwerken met een goed advocatenkantoor. Je moet elkaar ook gewoon wat gunnen. Een groot voordeel van de crisis is dat veel bedrijven het belang van samenwerken hebben ontdekt. Samen meer waarde bieden, bredere diensten aanbieden, dat is de toekomst.
Arbeidsmarkt
We zagen de afgelopen jaren grote veranderingen in de arbeidsmarkt. “Maar lang niet alle vaste contracten worden omgezet in flexwerk of ZZP-constructies. Vooral de wat traditionelere ondernemer hecht aan loyaal en vast personeel. Zij zullen ook hun groei in flexcontracten moeten oplossen. In de bouw daarentegen zie je veel flexcontracten, want – de naam zegt het al – die bieden veel meer flexibiliteit. Er zit volgens Gert van der Vliet ook een andere kant aan het verhaal. “Je moet je als eigenaar van een onderneming met vier mensen vast in dienst en dertig flexcontracten de vraag stellen of je nog de inspirator bent van de tent.” Ook Edwin ziet het aantal flexibele arbeidsoplossingen groeien. “Heeft met de onzekerheid in de markt te maken. Er mag dan sprake zijn van voorzichtige groei, ondernemers hebben ook het gevoel dat elk internationaal incident ons zo weer terug kan werpen. Dus kiezen ze voor zo veel mogelijk flex en zo weinig mogelijk vaste contracten.” Helpt de nieuwe wet Werk en Zekerheid? Tessa Maters heeft haar twijfels. “Er komt wat meer duidelijkheid, de procedures om mensen te ontslaan lijken eenvoudiger, maar je moet als ondernemer per saldo voor elke ontslagvergunning betalen. Bovendien kun je tijdelijke contracten minder vaak en korter verlengen. Wat de wet doet is flexwerk dus aanjagen. Een ondernemer zal zich na twee jaar niet gedwongen voelen iemand een vast contract aan te bieden, hij zal voor een nieuwe tijdelijke medewerker kiezen.” Volgens Bob Jacobs dwingt de politiek je daar ook toe. “Daar zal de gedachte van kwaliteit en continuïteit op lange termijn gepredikt moeten worden dan heb je de prijs automatisch.Ik heb te weinig werk voor schilders, maar veel werk voor bouwkundig medewerkers. Ik kan schilders niet omscholen tot timmerlieden. Daar ligt een probleem. Ik verwacht bovendien voor de komende jaren grote problemen in het opvullen van vacatures in technische beroepen. De opleidingsinstituten schakelen niet snel genoeg.
Structureel
Een tekort aan geschoold personeel heeft ingrijpende gevolgen:Gert van der Vliet: “Dat zal leiden tot verlies in werkkwaliteit en schaarste leidt altijd tot hogere prijzen. Je kunt die tekorten niet alleen oplossen met het inzetten van buitenlandse werknemers, die zijn alleen financieel gemotiveerd. Het verlies in kwaliteit is een direct gevolg van de crisis, want het heeft iedereen tot een prijskoper gemaakt. Alles moet voor de laagste prijs, kwaliteit wordt nog maar zelden gevraagd. Ik zie het dan ook als onze taak opdrachtgevers kwaliteitsbewustzijn bij te brengen. Wat je nu te goedkoop inkoopt zorgt straks voor hoge extra kosten.” De veranderingen zijn structureel en blijvend. “Je ziet een pensioenfonds voor ZZP-ers ontstaan, dat zegt genoeg. Bovendien vraag ik me af of de moderne werknemer nog wel op zoek is naar vastigheid. Er zijn al genoeg jonge mensen die er voor kiezen zich niet te binden. Dat zal bedrijven in het hart raken. We gaan dus bijzondere tijden tegemoet, dat is wel zeker.”