Bouw op een keerpunt
1 maart 2023
Bouw op een keerpunt in 2023 en 2024
Minister De Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening ziet graag dat er dit jaar en komend jaar 100.000 nieuwbouwwoningen worden opgeleverd. Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) verwacht er echter “maar” 70.000. De oorzaken volgens het onafhankelijke onderzoeksbureau? Gestegen kosten voor bouwmaterialen en hogere rentes. Daarbij kreeg de bouwwereld eind vorig jaar een flinke stikstoftegenvaller voor de kiezen.
Niet alleen het aantal nieuwbouwwoningen loopt terug, ook het aantal opgeleverde utiliteitsgebouwen. Volgens het EIB hangt dat voor een groot deel samen met de Russische inval in Oekraïne, waardoor de prijzen van brandstoffen en bouwmaterialen zoals hout en staal de pan uitrezen. En dat leidde weer tot hogere rentes. Doordat leningen duurder zijn, worden investeringen in vastgoed minder aantrekkelijk.
Neerwaarts
Wanneer woningen in waarde dalen en tegelijk de kosten voor bouwbedrijven oplopen, zullen beleggers logischerwijs minder geld in nieuwbouw investeren. Het verbouwen en herstellen van woningen en gebouwen zal de komende jaren nog wel toenemen, aangezien er meer geld voor verduurzaming gereserveerd staat. Daarmee samenhangend: de rechter maakte een einde aan de vrijstelling waarmee bouwprojecten automatisch toestemming kregen om stikstof uit te stoten.
Ongebruikt laten?
Echter: moeten we bouwlocaties ongebruikt laten omdat er nu even wat minder rendement te behalen is? Locaties zijn vaak de bottleneck vanwege de grondprijs, maar woningcorporaties zitten te springen om die locaties.
Stop extra eisen
Bouwend Nederland roept opdrachtgevers op te stoppen met het stellen van extra eisen bovenop de wettelijk vastgelegde richtlijnen. Denk bijvoorbeeld aan extra duurzaamheidseisen die niet in het Bouwbesluit zijn opgenomen, zoals gebouwen die niet alleen energie-neutraal zijn maar ook energie leveren. Dat soort eisen zet de betaalbaarheid nóg verder onder druk.
Bouw op een keerpunt
Na jaren van forse groei van zowel de productie als van de werkgelegenheid, moet de bouw zich nu dus opmaken voor krimp op de korte termijn. De bouwproductie daalt dit jaar naar verwachting met 1½%, gevolgd door een verdere daling met 2% in 2024.
Werkgelegenheid
Opvallend was ook de relatief krachtige werkgelegenheidsgroei in het afgelopen jaar, die zelfs nog iets uitging boven de productiestijging. De totale werkgelegenheid nam met 12.000 voltijdbanen toe en pas tegen het eind van het jaar liep de hoge vacaturegraad wat terug. Het EIB waarschuwt in de zojuist verschenen studie ‘Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2023’ dat “de werkgelegenheid [nu] stagneert en het vereiste arbeidsaanbod […] de komende twee jaar zelfs meer dan volledig vanuit de opleidingen [kan] worden gerealiseerd.”
Voorzichtig optimisme
De woningbouwambities van het kabinet raken dus alleen maar verder uit beeld. Een voorzichtig herstel echter niet. Het EIB denkt dat de bouwproductie vanaf 2025 weer gematigd kan groeien: “Op middellange termijn is een groei van 2% per jaar te realiseren, waaraan alle onderdelen van de bouw een bijdrage leveren. De bouwproductie bereikt in 2027 een volume van bijna € 91 miljard (prijzen 2021), ruim € 2½ miljard hoger dan vorig jaar. Voorwaarde is dat de internationale omgeving geen belangrijke oplopende spanningen te zien geeft. Deze groei is echter ook te realiseren als de energieprijzen en daarmee verbonden factoren niet volledig terugkeren naar niveaus van voor de oorlog in Oekraïne. In deze situatie neemt de vraag op de arbeidsmarkt weer toe en zullen er 12.000 extra arbeidskrachten nodig zijn in de periode 2025-2027. Daarmee komt de vraag ook weer boven de instroom vanuit de opleidingen te liggen. De uitdaging hier is dan om op korte termijn de instroom vanuit de opleidingen goed op peil te houden om arbeidsschaarste in de jaren daarna te beperken”.
Nijmegen BusinessVastgoed