Artikelen
22 december 2017
Column: Better safe than sorry
De kans dat de bank in deze tijd 100% van een gewenste financiering aan een ondernemer verstrekt, is niet groot meer. Steeds vaker moet er ‘eigen geld’ bij of dient er een ‘co-financier’ gevonden te worden.
Omdat in de familie de spoeling aan suikerooms of -tantes meestal erg dun gezaaid is danwel afwezig is, mag verwacht worden dat een financier zich zakelijk opstelt. Dat geldt ook in familieverhoudingen. Dat zal ertoe leiden dat er naast de schriftelijke voorwaarden van de geldlening ook (gedeelde) zekerheden verstrekt dienen te worden. Waar kun je dan zoal aan denken?
Het vestigen van zakelijke zekerheidsrechten: (i) een recht van hypotheek op een registergoed zoals een woning of een bedrijfspand of (ii) een recht van pand op goederen (zaken en/of vermogensrechten).
Deze zekerheidsrechten geven de houder daarvan het exclusieve recht zich met voorrang boven andere schuldeisers op het onderworpen goed te verhalen indien de schuldenaar zijn (betalings-)verplichtingen niet nakomt. Uitgangspunt daarbij is dat het goed openbaar wordt verkocht, veelal via een veiling.
Een hypotheekrecht wordt gevestigd middels notariële akte gevolgd door inschrijving in de openbare registers van het kadaster.
Een pandrecht op een (roerende) zaak kan worden gevestigd door de zaak in de macht van de pandhouder te brengen (vuistpand). Voor de vestiging van een pandrecht op andere goederen gelden daarbij dezelfde voorschriften als voor overdracht van het betreffende goed.
Ook kan een pandrecht op zaken ‘stil’ worden gevestigd waarbij de zaak in de macht van de pandgever blijft. De vestiging van het pandrecht dient dan plaats te vinden bij authentieke (notariële) akte danwel via een onderhandse akte die geregistreerd wordt bij de belastingdienst. Vaak zal de pandgever de betreffende goederen nodig hebben voor zijn bedrijfsvoering, bijvoorbeeld vervoermiddelen of machines.
Een pandrecht op een tegen een (rechts-)persoon uit te oefenen recht, zoals een vordering op een debiteur, dient gevestigd te worden bij authentieke (notariële) akte danwel via geregistreerde onderhandse akte. Dit kan geschieden met of zonder mededeling aan deze (rechts-)persoon.
Omdat aandelen in een kapitaalvennootschap geleverd moeten worden bij notariële akte, dient een pandrecht op aandelen ook gevestigd te worden middels notariële akte.
De zekerheidsrechten kunnen worden gevestigd zowel voor bestaande als voor toekomstige vorderingen. In het eerste geval wordt dan in pandakte verwezen naar een bestaande overeenkomst van geldlening of wordt de geldlening in de akte opgenomen. In het tweede geval wordt in de pandakte opgenomen dat de zekerheid wordt gevestigd voor al hetgeen de schuldenaar nu of in de toekomst aan de schuldeiser verschuldigd mocht zijn.
Ook kan een pandrecht worden gevestigd op een toekomstig goed. Vaak zie je dat alle toekomstige activa, voorraden en vorderingen worden verpand. Het is dan van wezenlijk belang dat regelmatig pandlijsten worden opgemaakt en worden geregistreerd.
Een pandhouder met een bezitloos pandrecht op een zogenoemde ‘bodemzaak’ dient zich te realiseren dat op hem een mededelingsplicht jegens de belastingdienst rust bij uitoefening van het pandrecht. Bodemzaken betreffen bijvoorbeeld inventaris en machines die zich bevinden bij de pandgever met (in dit verband) een totale waarde boven de € 10.000. De fiscus kan dan gedurende 4 weken bepalen of zij zelf (bodem)beslag wenst te leggen voor belastingschulden.
Tot slot is het van belang te realiseren dat het vastleggen van schuldverhoudingen in een notariële akte naast bewijskracht ook een executoriale titel verschaft. Daarmee staat een schuldeiser dus sterker en kan hij sneller overgaan tot het nemen van maatregelen indien de schuldenaar in verzuim is met het voldoen aan zijn verplichtingen.
Roland van Mourik
Notaris bij Hekkelman Advocaten | Notarissen
r.van.mourik@hekkelman.nl
www.hekkelman.nl
Nijmegen Business
