Artikelen
28 juli 2014
Column: Fiscale pensioenreserve voor de dga?
Het pensioen in eigen beheer lijkt te gaan veranderen in een fiscale reserve voor pensioen voor de directeur-grootaandeelhouder(dga). Wat betekent dat voor de dga?
Staatssecretaris Wiebes heeft in een brief aan de Tweede Kamer antwoord gegeven op vragen. Zoals het er nu naar uitziet zal het pensioen in eigen beheer worden omgezet in een fiscale reserve voor pensioen. Het betreft nog slechts een brief en er is ten tijde van het schrijven van deze column nog geen wetsvoorstel gepubliceerd. Interessant genoeg om er een column aan te wijden….
De beoogde vereenvoudiging moet aan een paar randvoorwaarden voldoen, waarvan dit de belangrijkste zijn:
- De door de directeur-grootaandeelhouder ingelegde middelen moeten beschikbaar kunnen blijven voor (de financiering van) de eigen onderneming.
- Het moet mogelijk blijven dat iets geregeld kan worden voor de (potentiële) nabestaanden.
- Een aanpassing moet budgettair haalbaar zijn.
Wat betekent de invoer van een fiscale reserve voor pensioen?
Met de fiscale reserve voor pensioen krijgt de dga de mogelijkheid om met jaarlijkse dotaties ten laste van de fiscale winst een reserve op te bouwen voor de oude dag. De koppeling met de loonbelasting wordt losgelaten en de complexiteit van de verschillende berekeningen van de fiscale waarde voor de vennootschapsbelasting en de commerciële waarde voor de loonbelasting wordt beperkt. Dit maakt bijvoorbeeld de dividenduitkeringstoets voor de directeur-grootaandeelhouder veel eenvoudiger.
Overgangsrecht en bestaande pensioenen
Bestaande pensioenen in eigen beheer kunnen op basis van de fiscale waarde worden omgezet in een reserve. Ingeval ook een nabestaandenpensioen is toegezegd, is daarvoor toestemming van de partner nodig. De omzetting van de huidige rechten in een reserve zal in overgangsrecht worden geregeld.
Werking van de fiscale reserve
Op het tijdstip dat de dga de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, dient de reserve te worden aangewend voor de verwerving van een lijfrente of een bankspaarproduct (bijvoorbeeld een geblokkeerde spaarrekening). Als dat niet gebeurt, valt deze vrij in de winst. De vrijvalwinst zal in de heffing van vennootschapsbelasting worden betrokken tegen het normale tarief en er zal revisierente in rekening worden gebracht.
Gaat de dga niet tot de aankoop van een lijfrente over, omdat de vennootschap zich bijvoorbeeld in een verliessituatie bevindt, dan kan de reserve vrijvallen voor zover nodig om de verliezen te dekken. Is er geen sprake van bijvoorbeeld een verliessituatie of faillissement, dan zal de voorziening eveneens vrijvallen, maar wordt zoals gezegd revisierente berekend. Dit kan ook het geval zijn indien de onmogelijkheid om tot aankoop van een lijfrente over te gaan is veroorzaakt door eerdere onttrekkingen. De revisierente bedraagt momenteel 20%.
De volgende punten verdienen nog de aandacht:
- Echtscheiding heeft in beginsel geen invloed op de hoogte van de fiscale reserve. Wel zou geregeld kunnen worden dat een deel van de reserve in echtscheidingsgevallen kan worden gebruikt voor de aankoop van een lijfrente voor de ex-partner.
- Door de winst als dotatiegrondslag te nemen, leidt de dotatie tot aftrekbare lasten die bij uitkering leiden tot belastbaar inkomen. Hierdoor wordt voorkomen dat de aftrek leidt tot niet-verrekenbare verliezen terwijl later wel heffing van vennootschapsbelasting plaatsvindt.
- De dga kan mogelijk zelf beslissen of hij in een jaar wel of niet wenst te doteren. Wel wordt de dotatie beperkt tot een bepaald plafond en een bepaald percentage.
Het voorstel leidt tot een aanzienlijke besparing bij de Belastingdienst door het wegvallen van een groot deel van de toezichtsactiviteiten en tot een flinke administratieve lastenverlichting voor de ondernemer.
Meer weten?
Mail naar dkottier@deloitte.nl of bel 088 – 288 87 99
Dianne Kottier
Dianne is partner bij Deloitte Belastingadviseurs b.v. en Family Business Advisor
Nijmegen Business