Artikelen
8 mei 2018
Column: Het echtscheidingstestament
Echtscheidingen kunnen een grote impact hebben, zowel emotioneel als organisatorisch. Het testament verdient in die fase ook bijzonder aandacht. Als er sprake is van gezamenlijke minderjarige kinderen waarover het gezamenlijk gezag wordt uitgeoefend, dan is het opmaken een ouderschapsplan verplicht. Daarin worden de specifieke afspraken vastgelegd, bijvoorbeeld over co-ouderschap.
Daarnaast zal er over materiële zaken gesproken moeten worden. Wat zijn de gevolgen van het ontbinden van de gemeenschap van goederen, de huwelijks- of partnerschapsvoorwaarden of het samenlevingscontract? Hoe vindt de verdeling van het gezamenlijk vermogen plaats? Wat gebeurt er met het huis en de hypotheek? Moet er alimentatie worden betaald? Wat zijn de gevolgen voor het pensioen en in bredere zin de oude dag? En niet geheel onbelangrijk: op welke wijze moet de onderneming in de echtscheiding worden betrokken?
Ook dient stilgestaan te worden bij de vraag wat de gevolgen zijn van overlijden. Dat zal niet de eerste vraag zijn die opkomt, maar het is wel goed om daar over na te denken en je te laten informeren. Zeker als er met de ex partner in het verleden een testament is opgemaakt.
Door echtscheiding of beëindiging GP is de partner geen wettelijk erfgenaam meer. Samenwoners zijn sowieso geen wettelijk erfgenaam van elkaar. Zijn er kinderen, dan zullen zij de enige erfgenamen zijn op grond van de wet. Zijn er geen afstammelingen, dan zijn de ouders, broers en zussen, voor zover aanwezig, de wettelijke erfgenamen. In een (bestaand) testament kan een afwijkende regeling zijn of worden opgenomen. Een aantal aandachtspunten is hierbij van belang.
Indien een kind erft van een ouder en vervolgens komt dat kind zelf te overlijden, dan is de kans aanwezig dat de ex partner (de langstlevende ouder) de (mede-)erfgenaam is. Dat is het geval als een kind ongehuwd of geregisteerd en zonder afstammelingen en testament komt te overlijden. Voor veel scheiders is het onwenselijk als hun ex partner via de kinderen vermogen zou kunnen erven dat van hen afkomstig is.
Hoe is dat te voorkomen? Via een zogenaamde tweetrapsmaking. Daarbij wordt in dit geval in het testament bepaald dat wat van hetgeen een kind heeft geërfd (de eerste trap) resteert, bij diens overlijden zal toekomen aan een of meer nader te bepalen personen (de tweede trap). Vaak zijn dat de afstammelingen van het kind danwel diens broers en zussen. Er kan een vrije keuze gemaakt worden wie het restant van de erfenis dan moeten verkrijgen. Feitelijk wordt er dan dus twee keer over de nalatenschap beschikt.
Een ander aandachtspunt is het ouderlijk vruchtgenot. Alle vruchten van het vermogen van minderjarige kinderen (bijvoorbeeld rente) komen op grond van de wet toe aan de ouders die het gezag uitoefenen. Dat leidt ertoe dat indien een minderjarig kind na echtscheiding erft, de ex echtgeno(o)t(e) of partner de vruchten van het geëerfde vermogen toekomt. Ook dat is in veel gevallen niet wenselijk. In een testament kan dit ouderlijk vruchtgenot worden uitgesloten.
Indien een minderjarig kind erft van een ouder, dan zal de langstlevende ouder (met ouderlijk gezag) zonder nadere regeling het beheer gaan voeren of deze erfenis. Vaak is dat niet gewenst. In dat geval is het instellen van testamentair bewind noodzakelijk. Dat bewind kan dan doorlopen tot een nader te bepalen leeftijd, ook bij meerderjarigheid.
Tot slot nog de voogdij. Indien een ouder als langstlevende ouder komt te overlijden, dan kunnen een of meer voogden worden benoemd die de verantwoordelijkheid voor de kinderen krijgen. In testamenten benoemen ouders tijdens hun relatie vaak dezelfde perso(o)n(en). Het is goed om dat dan na te (laten) kijken en zonodig aan te passen.
Roland van Mourik
Notaris bij Hekkelman Advocaten | Notarissen
r.van.mourik@hekkelman.nl
www.hekkelman.nl