Artikelen
20 februari 2017
Column: Kappen
Het drijven van een onderneming kan op enig moment eindig zijn, vrijwillig of gedwongen. Is het dan een kwestie van uitschijving uit het handelsregister, of komt daar meer bij kijken? Hoe gaat dat ‘ermee kappen’ juridisch?
De onderneming kan als privé persoon worden gedreven of vanuit een rechtspersoon. Privé is de rechtsvorm dan een eenmanszaak of een personenvennootschap, zoals een maatschap of vennootschap onder firma. Iedere rechtspersoon kan een onderneming drijven, maar veelal zal dit een B.V. zijn. De praktijk bedient zich echter ook van N.V.’s en coöperaties. Stichtingen en verenigingen liggen minder voor de hand.
Feitelijk bestaat een privé onderneming uit een samenstel van activa en passiva en de eventueel daartoe behorende personen en goodwill. Als op enig moment besloten wordt de onderneming te stoppen, dan heet dat in fiscale zin ‘staken’. De eenmanszaak (de activa) wordt verkocht en over de gemaakte winst moet nog inkomstenbelasting (IB) afgerekend worden.
Bij een personenvennootschap kan sprake zijn van een uittreding als maat of vennoot, hetgeen ook kan leiden tot stakingswinst over de ontvangen uitkooprijs. Andere variant is dat de gehele door de personenvennootschap gedreven onderneming wordt beëindigd, al dan niet door verkoop daarvan. De personenvennootschap dient daarna vereffend te worden, hetgeen betekent dat de schulden betaald moeten worden en de resterende activa en (liquide) middelen verdeeld moeten worden tussen de maten of vennoten.
Om een rechtspersoon de nek om te draaien zijn enige formele handelingen nodig. Een rechtspersoon houdt op te bestaan door deze te ontbinden en vervolgens te vereffenen. Ook kan een rechtspersoon ophouden te bestaan als gevolg van een fusie of splitsing. Het vermogen gaat in die gevallen na het volgen van de juiste procedure ‘van rechtswege’ over op een andere rechtspersoon.
Het ontbinden van een rechtspersoon vereist een besluit van de aandeelhouder(s) van de B.V. of N.V. en van de leden ingeval van een coöperatie en vereniging. Bij een stichting besluit het bestuur tot ontbinding. De rechtspersoon houdt als gevolg van het besluit tot ontbinding op te bestaan als er op dat moment geen baten meer aanwezig zijn. Er volgt dan geen vereffeningsfase en de rechtspersoon kan direct uitgeschreven worden uit het handelsregister. In de praktijk wordt deze variant ook wel de ‘turboliquidatie’ genoemd. Dit betekent feitelijk dat, voordat het besluit tot ontbinding wordt genomen, de rechtspersoon ‘leeg’ wordt gemaakt. Echter, als er op dat moment geen baten meer zijn, maar nog wel schulden, dan loopt het bestuur een risico dat zij achteraf door schuldeisers persoonlijk (bestuurders-)aansprakelijk wordt gesteld voor deze schulden. Oppassen geblazen dus!
Zijn er bij ontbinding nog wel baten dan wordt het bestuur vereffenaar, tenzij een ander tot vereffenaar wordt benoemd. De toestand van ontbinding dient in het handelsregister ingeschreven te worden en achter de naam van de rechtspersoon moeten de woorden “in liquidatie’ toegevoegd worden. Op de vereffenaar rust de verplichting een rekening en verantwoording en een plan van verdeling op te stellen en deze te deponeren in het handelsregister. In een landelijk dagblad dient een aankondiging van de deponering geplaatst te worden. Er gaat na deponering een termijn van twee maanden lopen waarin schuldeisers verzet kunnen aantekenen bij de rechtbank. Als na die termijn geen verzet is aangetekend, dan kunnen de schulden betaald worden en kan het resterende vermogen verdeeld worden. Op het moment dat er geen baten meer zijn, houdt de rechtspersoon op te bestaan en dient deze uitgeschreven te worden uit het handelsregister. Uiteraard zal er daarna ook nog een fiscale afhandeling volgen.
Kortom, zorg dat je zorgvuldig handelt bij het beëindigen van de onderneming en/of de rechtspersoon. Laat je daarbij goed begeleiden en voorlichten omtrent aansprakelijkheidsrisico’s.
Roland van Mourik
Notaris bij Hekkelman Advocaten | Notarissen
r.van.mourik@hekkelman.nl
www.hekkelman.nl
