Artikelen
10 juni 2014
Column: Let op vergoedingsrechten en -plichten!
Dit jaar vinden veel schenkingen plaats van ouders aan kinderen in verband met de eenmalige vrijstelling schenkbelasting. Zoals u ongetwijfeld weet kan er maximaal € 100.000 geschonken worden, mits het bedrag wordt besteed aan de aankoop, verbetering of onderhoud van de eigen woning danwel dient ter aflossing van de eigenwoning schuld of een restschuld na verkoop.
Wat weinigen zich realiseren is dat dergelijke schenkingen kunnen leiden tot gewijzigde eigendomsverhoudingen tussen echtgenoten indien zij onder het maken van huwelijkse voorwaarden zijn gehuwd. Wat is het geval?
Op 1 januari 2012 is Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (verder) aangepast waarbij in artikel 1:87 een regeling is ingevoerd die kortgezegd ziet op de gevolgen van investeringen van een echtgenoot in een goed van de andere echtgenoot. Tot genoemde datum was het uitgangspunt dat er in dergelijke gevallen een renteloze nominale vordering ontstond van de ene echtgenoot op de andere. Vanaf genoemde datum kan sprake zijn van economische eigendom.
Voorbeeld:
M en V zijn onder huwelijkse voorwaarden gehuwd en hebben een ‘koude uitsluiting’ (gescheiden vermogens zonder enige afrekening). M koopt een woning van € 500.000 en leent
€ 400.000 bij de bank en € 100.000 wordt door V betaald. Indien de woning voor 1 januari 2012 is gekocht, dan heeft V een renteloze vordering van € 100.000 op M en als er niets op papier is gezet, is deze vordering renteloos. Als de woning op of na 1 januari 2012 is gekocht, dan is het gevolg dat V in economische zin mede gerechtigd wordt tot de woning. Haar economische aandeel wordt 100/500 ofwel 1/5e. Gesteld dat de waarde van woning bij verkoop of echtscheiding
€ 600.000 bedraagt, dan heeft V recht op € 120.000. Als V heeft toegestemd met de investering uit haar vermogen van € 100.000, dan deelt V ook mee in de waardedaling. Stel dat de woning bij verkoop of echtscheiding nog € 400.000 waard is, dan heeft V recht op 1/5 ofwel € 80.000. Heeft V niet toegestemd met de investering (komt voor!), dan heeft V recht op de nominale vordering, dus € 100.000.
Deze regeling geldt ook als sprake is van (periodieke) aflossing op de schuld.
Als de andere echtgenoot een verbouwing betaalt, dan is niet de waarde maar de totale investering in de woning van belang. Stel de woning staat op naam van M en is gekocht voor € 500.000. V betaalt een verbouwing van € 100.000. Bij verkoop of echt-scheiding is de woning €750.000 waard. V heeft dan een aanspraak op 100/600 ofwel € 125.000.
Van belang is nog het volgende:
- de regeling ziet niet alleen op woningen maar op alle goederen (bijv. schilderij) die geen verbruiksgoederen (bijv. auto) zijn;
- de regeling ziet ook op gezamenlijke eigendom van goederen (eenvoudige gemeenschap);
- er dient onderscheid gemaakt te worden tussen investeringen en aflossingen enerzijds en kosten van de huishouding anderzijds;
- indien sprake is van een gemeenschap van goederen tussen echtgenoten dan speelt deze materie alleen een rol als ‘uitgesloten’ vermogen (schenking/erfenis) wordt aangewend aan het tot de gemeenschap van goederen behorende goed of het aan de andere echtgenoot toekomende ‘uitgesloten’ goed;
- om aan de onbedoelde of onbestemde gevolgen te ontkomen, ishet voor echtgenoten van belangom huwelijkse voorwaarden aan tepassen of per geval de schuldverhouding als geldlening vast te leggen.
Zoals zo vaak heeft de wetgever een regeling tot wet verheven die in de praktijk moeilijk uitvoerbaar is en tot ondoorzichtige verhoudingen leidt.
De problematiek manifesteert zich dit jaar veelvuldig in verband met de eenmalig vrijgestelde schenkingen, terwijl echtgenoten zich dat niet realiseren. Dat laatste geldt echter niet meer voor u!
Roland van Mourik
Notaris bij Hekkelman Notarissen N.V.