Artikelen
15 mei 2016
Column: Wijziging wettelijke huwelijksgemeenschap: spannend?
Wie nu in het huwelijksbootje stapt zonder huwelijkse voorwaarden gemaakt te hebben, is van rechtswege in de wettelijke gemeenschap van goederen gehuwd. Niet altijd worden de gevolgen daarvan gerealiseerd.
Zo vallen de bestaande en de toekomstige schulden van de echtgenoten in de gemeenschap van goederen. Voor deze schulden dient het gezamenlijk vermogen tot verhaal voor schuldeisers. Ook behoren naast voorhuwelijks privévermogen ook schenkingen en erfenissen in de gemeenschap van goederen, tenzij de schenker of de erflater heeft bepaald dat de schenking of de erfenis daar buiten valt (via de zogenaamde uitsluitingsclausule).
Nederland is op dit moment nog maar een van de weinige landen waar de wettelijke gemeenschap van goederen het basisstelsel is. Maar dat lijkt te gaan veranderen.
De Tweede Kamer heeft namelijk op 19 april jl. een initiatiefwetsvoorstel aangenomen waarin de beperkte huwelijksgemeenschap als nieuw basisstelsel wordt geïntroduceerd. Met het wetsvoorstel wordt getracht meer aansluiting te zoeken met de praktijk. Het wetsvoorstel ligt nu bij de Eerste Kamer en het is de verwachting dat de wet met ingang van 1 januari 2017 in werking zal treden. De nieuwe wetgeving wordt dan van toepassing op huwelijken gesloten vanaf 1 januari 2017. Voor bestaande huwelijken blijft het huidige huwelijksvermogensregime van toepassing.
Wat houden de wijzigingen in?
- Hetgeen een echtgenoot verkrijgt krachtens gift (schenking) of erfrecht valt niet meer in de huwelijksgemeenschap.
- De goederen en schulden die een echtgenoot privé reeds had bij het aangaan van het huwelijk vallen erbuiten.
- Als goederen voor het aangaan van het huwelijk al aan de echtgenoten gezamenlijk toebehoren, dan vallen deze wel in de huwelijksgemeenschap. Dit geldt ook voor gezamenlijke schulden.
- Indien de goederen en de schulden niet gelijkelijk tussen de echtgenoten verdeeld zijn, dan is dat vanwege het aangaan van het huwelijk wel het geval. Hierdoor treedt er dus een vermogen verschuiving op.
Mocht dit geheel of gedeeltelijk niet gewenst zijn, dan dienen huwelijkse voorwaarden opgemaakt te worden.
Vermogen dat gedurende het huwelijk wordt opgebouwd zal in de huwelijksgemeenschap vallen en gelijkelijk aan de echtgenoten toekomen, zoals dat nu ook het geval is. Voor schulden geldt dit ook.
Als het vanuit de schenker of erflater de bedoeling is dat een schenking of erfenis wél in de huwelijksgemeenschap valt, dan dient de schenker of erflater dat uitdrukkelijk te bepalen door middel van een ‘insluitingsclausule’.
Echtgenoten zullen door deze wetswijziging zwaardere administratieve lasten krijgen. Worden privévermogens onvoldoende administratief gescheiden, dan kunnen (onduidelijke) vergoedingsvorderingen gaan ontstaan. Denk bijvoorbeeld aan het financieren van een verbouwing van de woning met privévermogen van een echtgenoot. Wordt dat niet goed geadministreerd dan kan dit bij echtscheiding of na overlijden tot oneindigheid leiden. Daarbij geldt: ‘wie stelt moet bewijzen’.
Wat verandert er voor de ondernemer? Vermoedelijk niet zoveel. Ik adviseer nu iedere ondernemer al om huwelijkse voorwaarden op te laten maken en zal dat blijven adviseren. Volledig gescheiden vermogens, eventueel aangevuld met verrekenbedingen bij einde huwelijk, zullen in de meeste gevallen wenselijker zijn dan de beperkte huwelijksgemeenschap. Al is het maar om te voorkomen dat schulden die tijdens huwelijk ontstaan, verhaald kunnen worden op vermogen van de echtgenoot.
Roland van Mourik
Notaris bij Hekkelman Advocaten | Notarissen
r.van.mourik@hekkelman.nl
www.hekkelman.nl