Artikelen
29 september 2015
De reële winst van maatschappelijk ondernemen
De overheid stimuleert dat meer volwassenen met een arbeidsbeperking deelnemen aan het arbeidsproces. Aan bedrijven de vraag of ze hieraan een bijdrage willen leveren. Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) heet dat. Maar wat levert dat nou eigenlijk op? In Nijmegen en omgeving zijn verschillende maatschappelijke ondernemingen actief van zorgorganisatie Pluryn. En wat blijkt? Ondernemingen zoals BliXem, Coffyn, BikeWerk, Buurtmarkt Breedeweg en Brood op de Plank draaien een commerciële omzet en besparen bovendien op zorgkosten.
In het kerkdorp Breedeweg bij Groesbeek ligt Buurtmarkt Breedeweg. Deze supermarkt is het kloppend hart van de buurt. Bewoners doen er hun boodschappen, maken een praatje en drinken koffie met elkaar op het terras. Lokale verenigingen spreken er af. In de Buurtmarkt werken volwassenen met een arbeidsbeperking: een verstandelijke of lichamelijke beperking, psychiatrische problemen, mensen uit een justitieel traject of werkzoekenden.
Alle medewerkers krijgen een leer-werk-traject waarbij zij zich persoonlijk kunnen ontwikkelen. Dat kan richting een betaalde baan zijn, maar ook vrijwilligerswerk of het in stand houden van vaardigheden. “Het mes snijdt daarbij aan twee kanten,” zegt Eric Tonn, manager Arbeidsparticipatie bij Pluryn: “Medewerkers met een arbeidsbeperking participeren niet alleen in de samenleving, ze vervullen een zinvolle rol voor die samenleving. De Buurtmarkt vervult een sociale functie. Zo bezorgt de boodschappenservice de bestellingen aan huis bij buurtbewoners die minder goed ter been zijn. Dat noem ik nou dubbele duurzaamheid.”
‘Je moet inspelen op een maatschappelijke behoefte.’
Brood op de plank
En dan natuurlijk de hamvraag: wat levert dat nou op? Hans Nelissen, bedrijfsleider van de Buurtmarkt: “Het geld voor de begeleiding komt uit middelen van het UWV, Wlz, WMO en de Participatiewet. Daarnaast draaien we zeven ton commerciële omzet op jaarbasis. Die commerciële opbrengsten komen van onze buurtsuper, de lunchroom, de kookworkshops en de bakkerij. De taarten die onze medewerkers daar bakken vinden gretig aftrek bij de Nijmeegse horeca en het lokale bedrijfsleven. We leveren taarten van hoge kwaliteit tegen een prijs die iets hoger ligt dan die van reguliere concurrenten.” Eric: “En zo hoort dat ook. Alleen klanten die tevreden zijn over het product blijven terugkomen.” Bedrijfsleider Eva Walraven van Brood op de Plank is het hier helemaal mee eens: “Klanten komen misschien een keer omdat ze het bakkerscafé een sympathiek initiatief vinden. Maar als ons product hen dan niet bevalt, zie je ze zelden weer terug.
Het gaat uiteindelijk om de kwaliteit.” Bakkerscafé Brood op de Plank is een initiatief van Pluryn, RIBW en De Driestroom. Vanaf de oprichting in 2008 stelde deze bakkerij met lunchcafé in de trendy wijk Bottendaal zich ten doel om het beste brood van Nijmegen te bakken. En dat werkt! Medewerker José: “In de bakkerij is het iedere dag keihard werken om de Nijmeegse restaurants tevreden te stellen. We leveren biologisch brood aan veel horeca in de stad. Ook de klanten in het bakkerscafé willen iedere dag vers brood en gebak.” Inmiddels werken er bijna 50 medewerkers bij Brood op de Plank en zit de maatschappelijk onderneming in de zwarte cijfers.
Impactmeting
Als je wil weten of je goed bezig bent, is omzet natuurlijk een goede indicatie, maar het is niet voldoende. Vandaar dat Eva een brede impactmeting door Avance Consultancy Amsterdam liet uitvoeren. En wat bleek? Eva: “De zorgkosten van volwassenen die een traject bij Brood op de Plank volgen, zijn na het traject 11 procent lager dan ervoor. Hiervoor kun je allerlei oorzaken aanwijzen. Medewerkers met een verstandelijke beperking leren bij ons bijvoorbeeld om zelf boodschappen te doen. Ze worden hierdoor zelfstandiger en hebben minder ondersteuning nodig.” Niet iedere maatschappelijke onderneming is automatisch een succes. Eric: “Je moet inspelen op een maatschappelijke behoefte. Daarnaast moet er sprake zijn van echt werk, waar mensen op zitten te wachten. Medewerkers met een arbeidsbeperking kunnen het dan soms zo goed doen dat ze daarna een betaalde baan vinden bij een reguliere onderneming. Dat is natuurlijk prachtig.”