Artikelen
30 november 2016
Ontbijtbijeenkomst over psychosociale arbeidsbelasting
Een kwart van de werknemers is ooit wel eens gepest door collega’s of leidinggevenden. Het gaat dan niet om plagerijen, maar om bijvoorbeeld uitschelden, intimidatie, buitensluiten en het achterhouden van belangrijke informatie. Een serieus probleem; uiteraard voor de slachtoffers, maar ook voor bedrijven. Het zorgt voor ongeveer vier miljoen extra verzuimdagen per jaar en kost werkgevers 900 miljoen euro aan loondoorbetaling.
Deelnemers
Johan Spierings, voorheen eigenaar van De Bedrijfspoli, is met Arbo on Stage een nieuwe weg ingeslagen. “We ontwikkelen theaterproducties en trainingen op maat voor bedrijven, waarbij we werkgevers en werknemers diverse onderwerpen, waaronder psychosociale arbeidsbelasting, op een ludieke en interactieve manier laten zien en beleven. Dat zorgt voor herkenning en bewustwording en creëert de basis voor een gedrags- en cultuurverandering.”
Bernadette Boerlage is coach, trainer en mediator bij BBCC Coaching & Mediation. “Ik ben gespecialiseerd in arbeidsmediation. Daarnaast ben ik vertrouwens-persoon voor verschillende bedrijven.”
Nesrin Gungor is de eigenaar van NG intercultureel Advies. “Ik houd me bezig met arbeidsconflicten waarbij culturele aspecten een rol spelen. Daarnaast heb ik breed aanbod in training, coaching en begeleiding op het vlak van cultuursensitief werken.”
Alexander Jansen is advocaat bij VERDER arbeidsrecht advocaten. “Bovendien ben ik docent arbeidsrecht bij de Radboud Universiteit.”
Sonja Tettero is adviseur PSA, vertrouwenspersoon ongewenste omgangsvormen en klokkenluider- en integriteitsfunctionaris bij Vertrouwenszaken.
In campagnes wordt vaak gesproken over pesten op de werkvloer. Vinden jullie pesten een goede term?
Bernadette: “Pesten is onderdeel van het beleid rond psychosociale arbeidsbelasting of PSA. Bij pesten denk je aan kinderen op de lagere school. Mensen zullen niet snel zeggen dat ze gepest worden op hun werk, omdat het kinderachtig klinkt. Bovendien: het gaat in deze discussie over hoe het overkomt en niet over of degene die het doet daar kwade bedoelingen mee heeft. De term PSA gaat uit van het slachtoffer en niet van de dader.”
Hoe ziet PSA er in de praktijk uit?
Sonja: “De meeste mensen die zich bij mij melden voelen zich geïntimideerd door hun leidinggevende.” Bernadette: “Maar dat het niet altijd te maken heeft met hiërarchie zie je wel aan de trend van zelfsturende teams. Juist daar komt veel pesten voor.” Nesrin: “Het gaat vaak over buitensluiten. Over iemand die als enige niet wordt uitgenodigd voor een borrel of die niet wordt toegelaten in een WhatsApp-groep.”
Heeft PSA vaak te maken met culturele diversiteit?
Nesrin: “Diversiteit maakt bedrijven sterker, maar er is ook meer kans op misverstanden door onwetendheid of vooroordelen. Omdat bedrijven meer en meer te maken krijgen met medewerkers die afkomstig zijn uit verschillende culturen wordt cultuursensitief werken steeds belangrijker. Daarnaast is het belangrijk om te weten dat cultuursensitief werken of diversiteit niet altijd met etniciteit te maken heeft. Sociale en persoonlijke omstandigheden beïnvloeden het denken en handelen van medewerkers. Wat voor de één vanzelfsprekend is, kan voor de ander als een last worden gezien. Dat geldt voor iedereen, ongeacht etnische of culturele achtergrond.”
Bij wat voor soort bedrijven is het probleem het grootst?
Alexander: “Vaak bij kleine bedrijven met bijvoorbeeld vier of vijf werknemers. Daar is er geen uitweg als je buitengesloten wordt, terwijl een ziekmelding direct zijn weerslag heeft op de bedrijfsvoering. Het kleine bedrijf mist dan meteen een noodzakelijke arbeidskracht en verliest productiviteit.” Bernadette: “Maar de regelgeving gaat vaak over bedrijven met vijftig werknemers of meer.” Johan: “Terwijl het grootste deel van de bedrijven in Nederland minder dan vijftien werknemers heeft.” Alexander: “In de praktijk zie je dat kleine bedrijven geen meterslang dossier bijhouden. Als ze er al bewust van zijn, dan nemen ze regelmatig gewoon het risico. Als vervolgens blijkt dat sprake is van pesterijen, dan ziet de werkgever het dan wel weer. Maar het kwaad is dan al geschied.”
Wat moet er veranderen?
Alexander: “Bewustwording en het ontstaan van een dialoog is belangrijk. Daarnaast moet de werkgever natuurlijk voldoen aan de op hem rustende zorgverplichtingen, zoals het hebben van een RI&E (Risico-Inventarisatie en Evaluatie, red.) en een protocol ongewenst gedrag.” Johan: “Ik vind dat er nu te weinig aandacht wordt besteed aan het voorkomen ervan. Dat is natuurlijk beter dan achteraf de brand blussen. Ik geloof niet dat allerlei regeltjes, zoals het verplicht moeten hebben van bijvoorbeeld protocollen, helpen. We moeten het probleem oplossen. Het is veel belangrijker dat er bewustwording komt. Er moet een intrinsieke motivatie voor werkgevers en werknemers zijn. Het besef moet komen dat PSA negatieve gevolgen heeft, zowel voor iemands persoonlijk functioneren als voor de algemene productiviteit binnen een bedrijf.” Sonja: “Dat is zeker zo, maar tegelijkertijd blijven er ook altijd bedrijven die gevoelig zijn voor wat er van bovenaf wordt uitgesproken. En de werknemers van zo’n bedrijf hebben er bijvoorbeeld wel baat bij dat een vertrouwenspersoon een serieuze rol heeft.”
‘Ik geloof niet in regeltjes. Er moet een intrinsieke motivatie voor werkgevers en werknemers zijn’
Bernadette: “Ik mag voor een aantal bedrijven vertrouwenspersoon zijn, maar je ziet veel verschillen in hoe toegankelijk zo’n vertrouwenspersoon is voor de medewerker. Bij organisaties waar de externe vertrouwenspersoon een duidelijke plaats heeft worden sluimerende zaken zoals conflicten preventief aangepakt. Juist om het open te leggen en bespreekbaar te maken wordt verdere escalatie voorkomen.” Johan: “En daarom werken alleen regels dus niet. Het is belangrijk dat bedrijven inzien waarom het voorkomen van PSA van belang is.” Bernadette: “Leidinggevenden moeten getraind worden in hoe ze signalen kunnen oppakken en hoe ze zaken bespreekbaar kunnen maken. Dat is heel moeilijk.” Sonja: “Schoolgaande kinderen leren dat je niet met iedereen bevriend hoeft te zijn, maar dat je met iedereen moet kunnen samenwerken. Op scholen zijn veel faciliteiten tegen pesten, van pestcoördinatoren tot vertrouwenspersonen, maar het gaat erom hoe er in de klas zelf met pesten wordt omgegaan. Zo is het bij bedrijven ook. Je hebt leidinggevenden nodig die alert zijn.” Nesrin: “Je moet van bedrijven een veilige plek maken waar beide kanten met elkaar het gesprek aan durven gaan. Want uiteindelijk gaat het allemaal om communicatie met een open, eerlijke en transparante houding.”
Nijmegen Business
