Artikelen
9 juli 2015
Watergebonden bedrijven verdienen extra aandacht
Wist u dat Nijmegen de grootste binnenhaven van Nederland heeft, met meerdere insteekhavens, waar een dertigtal watergebonden bedrijven werk bieden aan zo’n 1.100 medewerkers? Jaarlijks wordt er in die haven bijna 4 miljoen ton goederen in of uit schepen geladen. Dat staat gelijk aan het laden en lossen van 160.000 vrachtwagens. Het havengebied maakt onderdeel uit van bedrijvenvereniging TPN-WEST.
Samen met de containerterminal (verwachte verwerking van 200.000 containers in 2020) is het van ongekende waarde voor de gemeente Nijmegen. Die waarde brengt ook verantwoordelijkheid met zich mee, van ondernemers en van de overheid. Een gesprek in het pand van Daanen Shipping over een vergeten stuk belangrijke bedrijvigheid in Nijmegen en de daarmee samenhangende directe en indirecte werkgelegenheid.
Het bestuur van TPN-WEST heeft het belang van watergebonden en waterverbonden bedrijven al geruime tijd geleden op de agenda van de gemeente Nijmegen geplaatst. Een watergebonden bedrijf ligt direct aan het water op een kadekavel, waterverbonden bedrijven niet. Ze maken gebruik van de binnenhaven als schakel in de logistieke keten, bijvoorbeeld via de containerterminal of maritieme maakbedrijven die in de haven aan boord van schepen werkzaamheden verrichten. Ze zijn dus verbonden met vaarwater voor bijvoorbeeld aan- en afvoer van goederen en technische dienstverlening. De binnenhaven is dus belangrijk als locatie voor goederenoverslag, maar ook voor de maritieme maakindustrie, het bouwen, verbouwen en repareren van schepen. Voorzitter Jerry Croes: “Al in 2010 kwam er een rapport van Buck Consultants in opdracht van TPN-WEST met de titel ‘Van onbemind naar prioriteit’ over de watergebonden bedrijvigheid. Dat stond vol goede voornemens om sterk beleid te ontwikkelen. Daar kwam niets van terecht. We hebben behoefte aan een gezond ambitieniveau om de waarde van dit stukje bedrijventerrein verder te versterken. Dat betekent dat we de dialoog moeten aangaan met het college, inventariseren waar het knelt en oplossingen bedenken.” Irene van Dongen (senior adviseur Buck Consultants) is er al langer bij betrokken. Zij heeft veel kennis en ervaring met het werken voor binnenhavens. “In opdracht van TPN-WEST maakten we jaren geleden al een rapport. Bedrijven en gemeenten zullen samen moeten optrekken om vooruitgang te boeken. De binnenvaart is een ingewikkelde branche, met veel stakeholders, waaronder de overheid.”
Baggeren
Henk Verberck is bedrijfsleider van de asfaltcentrale van Dura Vermeer. “Wij produceren voor eigen projecten en voor derden. Ik heb een verleden in de binnenvaart, ik ben me dus zeer bewust van de waarde van vervoer over water.” Hans Brom nam in 2007 samen met Jan Witjes Daanen Shipping over. Zoon Jarno Witjes staat in de startblokken om het stokje over te nemen. “Wij zijn specialist in alle transport over water, binnenvaart en zeevaart, nationaal en internationaal. Wij treden op bij calamiteiten, beschikken over eigen materieel voor duw- en sleepwerk, kopbakken, pontons, olieschermen en eigen opslagruimtes aan een eigen kade aan de WKS-zijde van het kanaal en Oostkanaalhaven.” Martijn van Haaren nam samen met zijn vader vorig jaar het failliete Scheepswerf Gelria over. “Wij zijn de complete scheepswerf voor de binnenvaart. Het gaat weer goed, we werken met vijfentwintig medewerkers hard aan het herstel van het bedrijf. Structureel onderhoud aan de havens is noodzakelijk. In ons geval geldt dat wij in samenwerking met de gemeente Nijmegen de kwaliteit van onze kades en hellingen willen verbeteren. Om Nijmegen in deze sector nog beter op de kaart te zetten moeten we de schepen zo goed mogelijk kunnen faciliteren en het zo aantrekkelijk mogelijk maken om Nijmegen aan te doen.” Kris de Roos is parkmanager van TPN-WEST. Hij faciliteert bijvoorbeeld het watergebonden bedrijvenoverleg en onderhoudt de contacten met de gemeente. “We moeten gezamenlijk optrekken, niet alleen de zwarte piet bij de gemeente leggen, maar ook zelf initiatieven nemen. Binnenkort organiseren we een rondvaart met de wethouder en betrokken ambtenaren, zodat ze het gebied ook een keer vanaf de waterkant kunnen zien.”
Ronald Thonissen is terminal manager van Koole Terminals in Nijmegen. Het bedrijf met acht vestigingen in Nederland, de UK en Polen is groot in opslag en distributie van plantaardige oliën, vetten en chemicaliën. Het is een van de grotere bedrijven op de locatie, met tien laadstations voor trucks en twee eigen kades. “We hebben hier zo’n 80.000 m3 aan opslagcapaciteit voor plantaardige en dierlijke vetten en oliën.
Die worden per schip aangevoerd en per truck op de eindbestemming afgeleverd of omgekeerd. Zo krijgen we via BCTN ook containers met producten die we in onze tanks opslaan. De gemeente Nijmegen doet weinig voor watergebonden bedrijven, misschien ook omdat we te weinig aandacht vragen. Onbekend maakt onbemind, je moet zorgen dat je zichtbaar blijft, dat je aanwezigheid wordt gevoeld.”
De problemen
Vervoer over water is populair, het vermindert het vervoer over de weg en is minder belastend voor het milieu. Dus zou de overheid zeer geïnteresseerd moeten zijn in het stimuleren van ontwikkelingen in de havens en dus in duurzaam transport.
“Onbekend maakt onbemind, je moet zorgen dat je zichtbaar blijft, dat je aanwezigheid wordt gevoeld.”
De realiteit is vaak anders, er is vaak sprake van achterstallig onderhoud, gemeenten staan toe dat er zich niet-watergebonden bedrijven vestigen en staan ligplaatsen voor woonboten (oogluikend) toe. Dat is ook in Nijmegen aan de orde. Er wordt geen of beperkte regie gevoerd op de havenontwikkelingen. De havenmeester, degene die veel kennis van zaken heeft, het dichtst bij de watergebonden bedrijven staat en dus weet wat er speelt, heeft maar zeer beperkte beslissingsbevoegdheid. Er zijn vaak veel gemeentelijke afdelingen (bijvoorbeeld de afdelingen financiën, openbare werken, vergunningen & handhaving, economische en juridische zaken en het grondbedrijf) betrokken bij een havengebied, er is dus geen sprake van een helicopterview en er sowieso te weinig contact met havenbedrijven. Verder worden inkomsten gegenereerd uit bijvoorbeeld liggelden en kadehuur geboekt in de algemene inkomsten. Het geld vloeit dus nooit terug naar de plaatsen waar het is geïncasseerd, er is dus sprake van financiële onbalans. Dat heeft allemaal gevolgen, bijvoorbeeld voor het ontwikkelen van een planvisie op langere termijn, zowel wat betreft nieuwe ontwikkelingen als bijvoorbeeld onderhoud. Ook een vaarweg en de bijbehorende kades hebben regelmatig onderhoud nodig.”
Ontwikkelingen
Er zijn de afgelopen jaren goede ontwikkelingen te melden. Na de beoogde sloop van de kolencentrale komt er ruimte voor nieuwe watergebonden bedrijven. Er is ook ruimte voor een LNG-station als bunkerplaats (tankstation voor LNG als voortstuwingsbrandstof voor de binnenvaart). GDF LNG Fuel Solutions gaat deze locatie ontwikkelen. Prima ontwikkelingen, maar die helpen bedrijven in en bij de binnenhaven niet. Het gaat naast een goed en duidelijk onderhoudsplan ook om het inlopen van achterstallig onderhoud, om betere bereikbaarheid, een groter kadebereik en meer ligplaatsen. Jan Witjes noemt een voorbeeld: “We hebben als ISPS-bedrijf (International Ship and Port Security Code, daardoor mogen we zeeschepen ontvangen) een aantal jaren geleden fors geïnvesteerd in een eigen kade. We ontvangen coasters die stenen vervoeren naar Engeland, dat scheelt veertig tot vijftig vrachtwagenladingen per week. Die coasters hebben zware boegschroeven die de bodem verstoren. Dat betekent dat er regelmatig moet worden gebaggerd of dat er aan de kades stenen moeten worden gestort om zandverplaatsing te voorkomen. Dat willen we best zelf betalen, dan moet de gemeente dat wel toestaan.”
Henk Verberck wijst er bovendien op dat de gemeente alle Nijmeegse havens bij elkaar telt. “Het Meertje, de Waalkade, de containerterminal, maar ook onze haven.
“Op dit moment dreigt het accent van de overheid te verschuiven van industrie naar toerisme. Ook belangrijk, maar verlies ons niet uit het oog.”
Men heeft geen zicht op de economische bijdrage van elk onderdeel, stuurt dus ook geen gelden aan, terwijl wij toch een belangrijk rol spelen als draaischijf voor het vervoer over water tussen Rotterdam en het Ruhrgebied, de Rijn met zijn zijrivieren en als verbinding met België en Frankrijk. Het Nijmeegs havengebied ligt tevens ideaal binnen de sluis van Weurt, waardoor hoge rivierwaterstanden nauwelijks van invloed zijn. Het havengebied is toegankelijk voor schepen met de grootst toegelaten afmetingen op de Rijn. Bovendien heeft water een aanzuigende werking op bedrijven. Smit Transformatoren en NACCO hebben niet voor niets voor deze locatie gekozen. Op dit moment dreigt het accent van de overheid te verschuiven van industrie naar toerisme. Ook belangrijk, maar verlies ons niet uit het oog.” Jerry Croes ziet het als de taak van TPN-WEST om aandacht te vragen voor de mogelijkheden die op dit terrein aanwezig zijn. “De gemeente moet de regie nemen, inventariseren wat er aan de hand is, samen met ons plannen maken, problemen oplossen en geld reserveren voor toekomstig onderhoud. Het is duidelijk dat op dit terrein volop mogelijkheden liggen, we moeten er samen aan werken om er iets van te maken.”
Nijmegen Business